Hooglied 3

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Des nachts op mijn sponde Zocht ik naar mijn zielsbeminde; Ik zocht naar hem, Maar vond hem niet!

WILLIBRORD

Des nacht op mijn bed zoek ik mijn zielsbeminde, maar hoe ik ook zoek, ik vind hem niet.

2
CANISIUS

Ik wil opstaan, rondgaan door de stad, Mijn zielsbeminde zoeken op straten en pleinen; Ik zocht naar hem, Maar vond hem niet!

WILLIBRORD

Ik sta op, doorkruis de stad, zoek op pleinen en in straten naar mijn zielsbeminde, maar hoe ik ook zoek, ik vind hem niet.

3
CANISIUS

Zo troffen mij de wachters der stad bij hun rondgang: "Hebt gij mijn zielsbeminde

WILLIBRORD

Daar kom ik de wachters tegen die de stad doorkruisen: `Hebt U mijn zielsbeminde gezien?'

4
CANISIUS

Maar nauwelijks was ik hun voorbij, Of ik vond mijn zielsbeminde terug. Ik greep hem vast, En liet hem niet los, Tot ik hem gebracht had in het huis van mijn moeder, In de kamer van haar, die mij baarde.

WILLIBRORD

Nauwelijks ben ik ze voorbij, of daar vind ik mijn zielsbeminde! Ik pak hem vast en laat hem niet meer los voor ik hem binnengeleid heb in het huis van mijn moeder, in de kamer van haar die mij het leven schonk!

5
CANISIUS

Ik bezweer u, Jerusalems dochters, Bij de gazellen en de hinden in het veld: Wekt en lokt de liefde niet, Voordat het haar lust! ….

WILLIBRORD

Ik bezweer u, dochters van Jeruzalem, bij de gazellen en bij de hinden in het veld: wek mijn geliefde niet, maar laat haar sluimeren zolang ze wil.

6
CANISIUS

Maar wat stijgt daar op uit de steppe, Aan een rookzuil gelijk, Geurend van mirre en wierook, Van allerlei kruiden der kramers?

WILLIBRORD

Wat komt daar aan uit de woestijn, gehuld in wolken van rook, van geurige mirre en wierook, van kruiden uit verre landen?

7
CANISIUS

Zie, het is de draagkoets van Salomon, Door zestig van Israëls helden omringd:

WILLIBRORD

Het is de draagkoets van Salomo, door zestig van Israëls helden omringd,

8
CANISIUS

Allen omgord met het zwaard, En ten strijde geoefend; Iedereen met het zwaard op zijn heup, Om de vrees voor de nacht.

WILLIBRORD

allen ervaren krijgers, die het zwaard weten te hanteren; zij dragen het zwaard aan de gordel tegen onraad bij nacht.

9
CANISIUS

Koning Salomon heeft zich een draagkoets gemaakt Van Libanon-hout:

WILLIBRORD

Koning Salomo heeft een draagkoets laten maken van cederhout;

10
CANISIUS

De stijlen liet hij van zilver maken, Haar leuning van goud, De zitting van purper, Met ebbenhout van binnen bekleed.

WILLIBRORD

de stijlen zijn van zilver, het baldakijn is van goud; de zetel is met purper bekleed; stoffen met emblemen der liefde vormen de wanden.

11
CANISIUS

Jerusalems dochters, loopt uit, Gaat kijken, dochters van Sion: Het is koning Salomon met de kroon, Waarmee zijn moeder hem kroonde Op de dag van zijn huwelijk, Op de dag van de vreugde zijns harten!

WILLIBRORD

Dochters van Jeruzalem, ga koning Salomo tegemoet. Hij draagt de kroon waarmee zijn moeder hem heden gekroond heeft; want dit is de dag van zijn huwelijk, de dag van de vreugde zijns harten!