Hebreeën 11

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Het geloof is een vaste grond voor wat men hoopt; een overtuiging over dingen, die men niet ziet

WILLIBRORD

En wat is het geloof? Het geloof is een vaste grond van wat wij hopen, het overtuigt ons van de werkelijkheid van onzichtbare dingen.

2
CANISIUS

Om het geloof zijn de Ouden met ere vermeld;

WILLIBRORD

Om hun geloof zijn de ouden met ere vermeld.

3
CANISIUS

hierdoor ook erkennen we, dat de wereld door Gods Woord is geschapen, dat het zichtbare uit het Onzichtbare is ontstaan

WILLIBRORD

Geloof doet ons zien, dat het heelal tot stand is gekomen door Gods woord, zodat het zichtbare ontstaan is uit het onzichtbare.

4
CANISIUS

Door het geloof heeft Abel meer dan Kaïn aan God een voortreffelijk offer gebracht. Daardoor werd van hem getuigd, dat hij rechtvaardig was; want om zijn gave heeft God zelf dit betuigd. Door het geloof spreekt hij ook nog na zijn dood

WILLIBRORD

Door het geloof was Abels offer zoveel beter dan dat van Kaïn; door het geloof ontving hij het getuigenis van zijn rechtvaardigheid, want God zelf aanvaardde zijn gaven; door het geloof blijft hij spreken, ook na zijn dood.

5
CANISIUS

Door het geloof werd Henok opgenomen, zodat hij de dood niet heeft gezien; hij werd niet meer gevonden, omdat God hem opgenomen had. Want voordat hij opgenomen werd, is van hem getuigd, dat hij welgevallig was aan God

WILLIBRORD

Door het geloof werd Henoch, zonder te sterven, naar een ander leven overgebracht; hij was er niet meer, want God had hem opgenomen. Want de Schrift getuigt dat hij, voor hij werd weggenomen, aan God had behaagd;

6
CANISIUS

Welnu, zonder geloof is het onmogelijk, welgevallig te zijn; want wie tot God wil naderen, moet geloven, dat Hij bestaat, en Beloner is voor hen, die Hem zoeken

WILLIBRORD

en zonder het geloof is het onmogelijk aan God te behagen; wie bij God wil komen, moet geloven dat Hij bestaat en dat Hij beloont allen die Hem zoeken.

7
CANISIUS

Door het geloof heeft Noë, toen hem geopenbaard werd, wat nog niet was te zien, dit ter harte genomen, en tot redding van zijn huis de ark gebouwd; waardoor hij de wereld veroordeelde, en deelachtig werd aan de gerechtigheid door het geloof

WILLIBRORD

Door het geloof heeft Noach, na door God te zijn gewaarschuwd voor wat nog niet te zien was, met grote zorg de ark gebouwd, om zijn huisgezin te redden. Door zijn geloof heeft hij de wereld veroordeeld en zelf de gerechtigheid van het geloof verworven.

8
CANISIUS

Door het geloof ging Abraham, toen hij geroepen werd, gehoorzaam uit naar de plaats, die hij tot erfdeel zou ontvangen; hij vertrok. zonder te weten, waarheen hij ging

WILLIBRORD

Door het geloof heeft Abraham gehoor gegeven aan de roepstem van God, en ging hij op weg naar een land dat bestemd was voor hem en zijn erfgenamen; hij vertrok zonder te weten waarheen.

9
CANISIUS

Door het geloof vestigde hij zich in het land der beloften als in den vreemde, en woonde daar in tenten tezamen met Isaäk en Jakob, de medeërfgenamen derzelfde belofte;

WILLIBRORD

Door het geloof heeft hij als vreemdeling vertoefd in het land dat hem beloofd was; hij woonde er in tenten, evenals Isaak en Jakob, die dezelfde belofte erfden;

10
CANISIUS

want hij wachtte op de stad met grondslagen, wier kunstenaar en bouwheer God is

WILLIBRORD

want hij zag uit naar de stad met fundamenten, waarvan God de ontwerper en bouwer is.

11
CANISIUS

Door het geloof heeft zelfs Sara, en nog wel boven de bepaalde leeftijd, de kracht tot zwangerschap ontvangen, omdat ze Hem, die het beloofd had, voor getrouw heeft gehouden

WILLIBRORD

Door het geloof heeft ook Sara, ofschoon haar tijd al lang voorbij was, de kracht tot vruchtbaarheid ontvangen, want zij wist dat Hij die de belofte had gedaan, zijn woord zou houden.

12
CANISIUS

Daarom ook is uit één man, en nog wel uit een, die afgeleefd was, een geslacht ontsproten, talrijk als de sterren aan de hemel en als het ontelbare zand aan het strand van de zee

WILLIBRORD

Daarom is dan ook aan een man, en nog wel in zijn hoge ouderdom, een nageslacht ontsproten, talrijk als de sterren aan de hemel, ontelbaar als de zandkorrels aan het strand van de zee.

13
CANISIUS

In het geloof zijn ze allen gestorven, zonder het beloofde te hebben ontvangen; maar ze hebben het slechts gezien en begroet uit de verte, en beleden, dat ze vreemdelingen zijn en zwervelingen op aarde

WILLIBRORD

In geloof zijn zij allen gestorven, zonder te hebben ontvangen wat hun beloofd was. Zij hebben het heil alleen uit de verte gezien en begroet. Zij hebben zichzelf vreemdelingen en passanten op aarde genoemd.

14
CANISIUS

Waarlijk, die zó iets zeggen, tonen wel degelijk, op zoek te zijn naar een vaderland

WILLIBRORD

Wie zo spreken, geven duidelijk te kennen, dat zij op zoek zijn naar een vaderland.

15
CANISIUS

En zo ze daarbij gedacht hadden aan het land, dat ze waren uitgetrokken, dan hadden ze tijd genoeg gehad, om daarheen terug te keren;

WILLIBRORD

Hadden zij heimwee gehad naar het land van hun herkomst, dan hadden zij gemakkelijk kunnen terugkeren,

16
CANISIUS

maar feitelijk hebben ze naar een beter gesmacht, naar het hemelse. Daarom schaamt God Zich niet, hun God te worden genoemd; want Hij heeft voor hen een stad bereid

WILLIBRORD

maar hun verlangen ging uit naar een beter vaderland, het hemelse. Daarom schaamt God zich niet hun God genoemd te worden, want Hij heeft voor hen een stad gebouwd.

17
CANISIUS

Door het geloof heeft Abraham, toen hij op de proef werd gesteld, Isaäk opgeofferd en zijn ééngeborene opgedragen,

WILLIBRORD

Door het geloof heeft Abraham, toen hij op de proef gesteld werd, Isaak ten offer gebracht. Hij die de beloften had ontvangen, stond op het punt zijn enige zoon te offeren,

18
CANISIUS

ofschoon hij de belofte had ontvangen, en tot hem was gezegd: "In Isaäk zal uw naam worden voortgeplant."

WILLIBRORD

van wie hem gezegd was: Alleen zij die van Isaak afstammen, zullen gelden als uw nageslacht.

19
CANISIUS

Want hij was overtuigd, dat God machtig was, hem op te wekken zelfs uit de doden; vanwaar hij hem dan ook, om zo te zeggen, terug heeft ontvangen

WILLIBRORD

Want hij was ervan overtuigd, dat God zelfs de macht heeft om doden ten leven te wekken; en uit de dood heeft hij, om zo te zeggen, zijn zoon ook teruggekregen.

20
CANISIUS

Door het geloof heeft Isaäk een zegening uitgesproken over Jakob en Esau, zelfs met betrekking tot de toekomstige dingen

WILLIBRORD

Door het geloof sprak Isaak over Jakob en Esau een zegen uit die ook op de toekomst betrekking had.

21
CANISIUS

Door het geloof heeft de stervende Jakob beide zonen van Josef gezegend, en bad hij, steunend op de knop van zijn staf

WILLIBRORD

Door het geloof zegende Jakob op zijn sterfbed de beide zonen van Jozef, en leunend op de knop van zijn staf, aanbad hij God.

22
CANISIUS

Door het geloof heeft Josef bij zijn sterven nog aan de uittocht der zonen Israëls gedacht, en bevelen gegeven met betrekking tot zijn gebeente

WILLIBRORD

Door het geloof heeft Jozef op het eind van zijn leven al gesproken over de uittocht van de Israëlieten uit Egypte, en bevolen dan zijn gebeente mee te nemen.

23
CANISIUS

Door het geloof werd Moses na zijn geboorte drie maanden lang door zijn ouders verborgen, daar ze zagen, "dat het knaapje schoon was;" en ze hebben het bevel van den koning niet gevreesd

WILLIBRORD

Door het geloof hebben de ouders van Mozes hem terstond na zijn geboorte drie maanden lang verborgen gehouden, omdat zij zagen wat een mooi kind het was; zij waren niet bang voor de verordening van de koning.

24
CANISIUS

Door het geloof heeft Moses, toen hij groot was geworden, geweigerd, den zoon van Fárao’s dochter te heten,

WILLIBRORD

Door het geloof heeft Mozes zelf, toen hij groot geworden was, geweigerd door te gaan voor een zoon van Farao's dochter.

25
CANISIUS

en wilde hij liever smaad lijden met Gods volk dan een vergankelijk voordeel trekken uit de zonde;

WILLIBRORD

Hij wilde liever mishandeld worden met het volk van God dan voor een korte tijd profiteren van de zonde.

26
CANISIUS

hij stelde de smaad van Christus boven de schatten van Egypte, want hij hield het oog op de beloning gevestigd

WILLIBRORD

Voor hem was de smaad, Gods Gezalfde aangedaan, kostbaarder dan al de schatten van Egypte, want hij hield het oog gericht op de komende beloning.

27
CANISIUS

Door het geloof verliet hij Egypte zonder de toorn van den koning te vrezen; want hij stond pal, daar hij als het ware den Onzichtbare had gezien

WILLIBRORD

Door het geloof verliet hij Egypte zonder de woede van de koning te duchten, want de onzichtbare koning had hij als het ware voortdurend voor ogen.

28
CANISIUS

Door het geloof heeft hij het Pascha verordend en het bestrijken met bloed, opdat de verderver hun eerstgeborenen niet zou treffen

WILLIBRORD

Door het geloof heeft hij pesach gehouden en het bloed gesprenkeld, opdat de verderver de eerstgeborenen van Israël niet zou aanraken.

29
CANISIUS

Door het geloof zijn ze de Rode Zee doorgetrokken als door het droge; toen de Egyptenaren het beproefden, verdronken ze

WILLIBRORD

Door het geloof trokken zij door de Rode Zee als over droog land; toen de Egyptenaren het probeerden, verdronken ze.

30
CANISIUS

Door het geloof vielen de muren van Jéricho om na een rondgang van zeven dagen

WILLIBRORD

Door het geloof zijn de muren van Jericho ingestort, nadat zij er op zeven achtereenvolgende dagen omheen getrokken waren.

31
CANISIUS

Door het geloof kwam de ontuchtige Rachab niet met de ongehoorzamen om, daar ze de verspieders in vrede ontving

WILLIBRORD

Door het geloof is de hoer Rachab ontkomen aan het lot van de ongelovigen, omdat zij de spionnen vriendelijk had ontvangen.

32
CANISIUS

En wat zal ik nog zeggen? De tijd zou me ontbreken, zo ik verhalen ging van Gédeon, Barak, Samson, Jefte, David, Samuël en de Profeten

WILLIBRORD

En wat nog meer? De tijd ontbreekt me om te verhalen van Gideon, Barak, Simson en Jefta, van David en Samuël en de profeten.

33
CANISIUS

Door het geloof hebben ze koninkrijken overweldigd, gerechtigheid uitgeoefend, beloften zien vervullen, leeuwenmuilen gestopt;

WILLIBRORD

Door het geloof hebben zij koninkrijken omvergeworpen, gerechtigheid uitgeoefend, de vervulling van beloften afgedwongen. Zij hebben leeuwen de muil gesloten,

34
CANISIUS

hebben ze het geweld van het vuur geblust, de scherpte van het zwaard kunnen ontgaan, nieuwe krachten na zwakheid bekomen, sterkte ontvangen in de strijd, heirscharen van vreemden doen wijken

WILLIBRORD

de gloed van vuur gedoofd, ze ontsnapten aan het scherp van het zwaard. Hun zwakheid werd kracht, ze werden machtig in de oorlog, en dreven vijandelijke legers op de vlucht.

35
CANISIUS

Vrouwen ontvingen haar doden door opstanding terug. Anderen lieten zich folteren en namen de vrijspraak niet aan, om een betere opstanding te bekomen

WILLIBRORD

Vrouwen kregen hun doden terug door opstanding uit de dood. Anderen werden ten dode gefolterd en wezen hun vrijlating af, om een betere opstanding te verwerven.

36
CANISIUS

Anderen weer leden bespotting en geseling, boeien zelfs en gevangenis;

WILLIBRORD

Weer anderen hadden spot en slagen te verduren, en boeien en opsluiting.

37
CANISIUS

ze werden gestenigd, door midden gezaagd, op de pijnbank beproefd, door het moordend zwaard gedood. Ze zwierven rond in schapenvachten en geitenvellen, verlaten, verdrukt en mishandeld:

WILLIBRORD

Zij werden gestenigd, doormidden gezaagd, terechtgesteld met het zwaard. Zij zwierven rond in schapevachten en geitevellen, ten prooi aan ontbering, vervolging, mishandeling.

38
CANISIUS

de wereld was hunner niet waardig; dus doolden ze rond in woestijnen en bergen, spelonken en holen

WILLIBRORD

Zij waren te goed voor deze wereld. Ze vluchtten in woestijnen en op de bergen, ze verborgen zich in spelonken en holen in de grond.

39
CANISIUS

En toch heeft geen van hen de belofte in vervulling zien gaan. ofschoon ze om hun geloof met ere worden vermeld

WILLIBRORD

Ook dezen hebben zich allen een naam verworven door hun geloof. Toch heeft geen van hen de belofte in vervulling zien gaan.

40
CANISIUS

Want daar God voor ons iets beters beschikt had, mochten zij niet zonder ons tot verheerlijking komen

WILLIBRORD

God had met ons iets beters voor en wilde niet, dat zij hun voleinding zouden bereiken zonder ons.