Galaten 6

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Broeders, wanneer iemand onverhoopt een mis. stap heeft begaan, dan moet gij, die geestelijk zijt, hem terecht helpen in de geest van zachtmoedigheid; slaat een blik op uzelf, want ook gij kunt worden bekoord.

WILLIBRORD

Broeders, als iemand op een misstap betrapt wordt, moet gij, geestelijke mensen, zo iemand in een geest van zachtmoedigheid oprichten; let tegelijk op jezelf, jij kunt ook in verzoeking komen.

2
CANISIUS

Draagt elkanders lasten; zo zult gij de Wet van Christus volbrengen.

WILLIBRORD

Helpt elkaar zulke lasten te dragen; op die manier zult ge de wet van Christus vervullen.

3
CANISIUS

Want wanneer iemand zich inbeeldt, iets te zijn, terwijl hij niets is, dan bedriegt hij zichzelf.

WILLIBRORD

Want wie meent iets te betekenen, terwijl hij niets is, bedriegt zichzelf.

4
CANISIUS

Laat iedereen zijn eigen gedrag maar eens onderzoeken; dan zal hij zich hoogstens op zichzelf kunnen beroemen, maar zeker niet door een vergelijking met anderen;

WILLIBRORD

Laat ieder zijn eigen gedrag onderzoeken, dan zal hij zijn roem wel voor zich houden en niet uitspelen tegen zijn naaste;

5
CANISIUS

want iedereen gaat onder zijn eigen last gebukt.

WILLIBRORD

want ieder heeft zijn eigen vracht te dragen.

6
CANISIUS

Die onderwezen wordt in de leer, moet zijn leraar in al zijn goederen doen delen.

WILLIBRORD

Wie onderricht ontvangt in het woord van God, moet zijn leermeester laten delen in alle goeds dat hij bezit.

7
CANISIUS

Bedriegt u niet: God laat niet met Zich spotten. Wat de mens zaait, zal hij ook oogsten;

WILLIBRORD

Maak u niets wijs: God laat niet met zich spotten. Wat een mens zaait zal hij ook oogsten.

8
CANISIUS

wie zaait in het vlees, zal verderf oogsten uit het vlees; maar wie zaait in de geest, zal eeuwig leven oogsten uit de geest.

WILLIBRORD

Wie zaait op de akker van zijn zelfzucht, zal verderf oogsten; wie zaait op de akker van de Geest, zal van de Geest eeuwig leven oogsten.

9
CANISIUS

Laat ons dus niet moede worden, het goede te doen; want verslappen we niet, dan zullen we oogsten te zijner tijd.

WILLIBRORD

Laten we niet moede worden goed te doen; als we de moed niet verliezen, zullen we te zijner tijd de oogst binnenhalen.

10
CANISIUS

Welnu dan, zolang we nog tijd hebben, laat ons wèl doen aan allen, maar het meest aan de huisgenoten des geloofs.

WILLIBRORD

Laten we dus, zolang we tijd hebben, goed doen aan allen, maar vooral aan onze geloofsgenoten.

11
CANISIUS

Ziet, met wat grote letters ik u schrijf met eigen hand.

WILLIBRORD

Zie met hoe grote letters ik u nu eigenhandig schrijf.

12
CANISIUS

Zij die erg bezorgd naar het vlees willen zijn, dwingen u tot de besnijdenis, enkel en alleen, om niet vervolgd te worden terwille van Christus’ kruis.

WILLIBRORD

Het zijn lieden die in de wereld een goed figuur willen slaan, die u de besnijdenis trachten op te dringen, alleen maar om niet vervolgd te worden om het kruis van Christus.

13
CANISIUS

Want ofschoon ze besnedenen zijn, nemen ze zelf de Wet niet in acht; maar ze willen u laten besnijden, om in uw vlees te kunnen roemen.

WILLIBRORD

Want die mensen van de besnijdenis onderhouden zelf niet eens de wet, maar ze willen wel dat gij u laat besnijden, om zich daarop te kunnen beroemen.

14
CANISIUS

Wat mijzelf betreft: het zij verre van mij, op iets anders te roemen dan op het kruis van onzen Heer Jesus Christus, waardoor de wereld voor mij is gekruisigd, en ik voor de wereld.

WILLIBRORD

Mij moge God ervoor bewaren op iets anders te roemen dan op het kruis van onze Heer Jezus Christus, waardoor de wereld voor mij gekruisigd is en ik voor de wereld.

15
CANISIUS

Want noch besnijdenis, noch onbesnedenheid heeft waarde, maar wel het nieuwe schepsel.

WILLIBRORD

Het komt niet aan op besnijdenis of onbesnedenheid maar op de nieuwe schepping.

16
CANISIUS

En over allen, die naar deze regel zullen leven, moge vrede en barmhartigheid komen: over hen en over het Israël Gods.

WILLIBRORD

Vrede en barmhartigheid kome over allen die naar dit beginsel leven en over het Israël van God!

17
CANISIUS

Laat niemand mij meer lastig vallen; want ik draag de merktekenen van Jesus in mijn lichaam!

WILLIBRORD

Laat voortaan niemand het mij lastig maken, want ik draag de merktekens van Jezus in mijn lichaam.

18
CANISIUS

Broeders, de genade van onzen Heer Jesus Christus zij met uw geest. Amen!

WILLIBRORD

Broeders, de genade van onze Heer Jezus Christus zij met uw geest. Amen.

19
CANISIUS

Bidt ook voor mij, dat mij het rechte woord gegeven wordt, wanneer ik mijn mond ga openen, om vrijmoedig het geheim van het evangelie te verkondigen;

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

20
CANISIUS

daarvoor ben ik een gezant in boeien! Bidt, dat ik vrijmoedig daarover blijf spreken, zoals het mijn plicht is.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

21
CANISIUS

Túchicus, de geliefde broeder en trouwe dienaar in den Heer, zal u volledig inlichten, hoe het mij gaat en wat ik doe, opdat ook gij goed op de hoogte zult blijven.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

22
CANISIUS

Daarom juist zend ik hem naar u toe, opdat gij alles over ons te weten zoudt komen, en hij uw harten bemoedigen mag.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

23
CANISIUS

Vrede, liefde en geloof aan de broeders, van God den Vader en van den Heer Jesus Christus.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

24
CANISIUS

De genade zij met allen, die een onverwoestbare liefde toedragen aan Jesus Christus onzen Heer.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling