Galaten 5

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Christus heeft ons vrij gemaakt, om in de vrijheid te blijven; staat dus vast, en kromt u niet opnieuw onder het slavenjuk.

WILLIBRORD

Voor die vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet opnieuw het slavenjuk opleggen.

2
CANISIUS

Zie, ik Paulus zeg het u: Als gij u besnijden laat, zal Christus u niets baten.

WILLIBRORD

Let op mijn woorden. Ik, Paulus, zeg u: als ge u laat besnijden, zal Christus u niets baten.

3
CANISIUS

En nog eens verklaar ik aan iedereen, die zich besnijden laat, dat hij dan verplicht is de hele Wet te onderhouden;

WILLIBRORD

Nogmaals verzeker ik ieder die zich laat besnijden, dat hij verplicht is de hele wet te onderhouden.

4
CANISIUS

en aan ieder van u, die gerechtvaardigd wil worden door de Wet, dat gij u losmaakt van Christus, en vervallen zijt van de genade.

WILLIBRORD

Als ge uw heil in de wet zoekt, hebt gij met Christus gebroken, hebt gij de genade verbeurd.

5
CANISIUS

Door den Geest immers verwachten we de gehoopte gerechtigheid uit kracht van het geloof;

WILLIBRORD

Want wij, wij verwachten door de Geest de verhoopte gerechtigheid van het geloof.

6
CANISIUS

want in Christus Jesus is besnijdenis noch onbesnedenheid van waarde, maar wel het geloof, dat werkt door de liefde.

WILLIBRORD

Want in Christus Jezus heeft besnijdenis noch onbesnedenheid enig belang, maar alleen geloof zich uitend in liefde.

7
CANISIUS

Gij waart zo goed aan het lopen; wie heeft u gestuit in het volgen der waarheid?

WILLIBRORD

Ge waart zo goed op weg. Wie heeft u verhinderd de waarheid te blijven volgen?

8
CANISIUS

Dat was zeker geen ingeving van Hem, die u roept;

WILLIBRORD

Die ingeving kwam niet van Hem die u roept.

9
CANISIUS

een weinig zuurdeeg verzuurt al het deeg!

WILLIBRORD

Denk eraan: “Een weinig zuurdeeg maakt het hele deeg zuur.”

10
CANISIUS

Ik vertrouw op u in den Heer, dat gij er niet anders over zult denken; maar wie verwarring onder u zaait, zal zijn straf ondergaan; wie het ook is.

WILLIBRORD

Ik vertrouw op u in de Heer, dat gij er niet anders over zult denken. Maar hij die u in verwarring brengt zal zijn vonnis moeten dragen, wie hij ook is.

11
CANISIUS

Broeders, wanneer ikzelf nog steeds de besnijdenis zou preken, waarom blijft men mij dan nog vervolgen; dan was toch de ergernis van het kruis wel verdwenen.

WILLIBRORD

Wat mij betreft, broeders, als ik nog de besnijdenis zou verkondigen, waarom word ik dan nog vervolgd? Dan was het immers afgelopen met de ergernis van het kruis.

12
CANISIUS

Laten zij, die u opstoken, zich maar verder verminken!

WILLIBRORD

Zij moesten zich meteen maar ontmannen, die opruiers!

13
CANISIUS

Zeker broeders, gij zijt tot vrijheid geroepen; maar tot geen vrijheid, die een voorwendsel is voor het vlees. Integendeel, dient elkander uit liefde;

WILLIBRORD

Broeders, gij werd geroepen tot vrijheid. Alleen, misbruik de vrijheid niet als voorwendsel voor de zelfzucht. Integendeel, dient elkander door de liefde.

14
CANISIUS

want de ganse Wet wordt vervuld in één enkel gebod: "Ge zult uw naaste liefhebben

WILLIBRORD

Want de hele wet is vervat in dit ene woord: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf.

15
CANISIUS

Maar zo gij elkander bijt en verslindt, ziet dan toe, dat gij niet door elkaar wordt verteerd.

WILLIBRORD

Maar als ge elkaar blijft bijten en klauwen, vrees ik dat ge elkaar in het eind zult verslinden.

16
CANISIUS

Ook zeg ik u: leeft naar de geest, dan zult gij niet de begeerten inwilligen van het vlees.

WILLIBRORD

Ik bedoel dit: leef naar de Geest, dan zult ge de begeerte van de zelfzucht niet volvoeren.

17
CANISIUS

Want het vlees begeert tegen de geest, en de geest tegen het vlees; ze staan vijandig tegenover elkaar, zodat gij niet doet, wat gij zoudt willen.

WILLIBRORD

Want de zelfzucht begeert tegen de Geest en de Geest tegen de zelfzucht, want ze zijn elkaars tegenstanders, zodat ge niet doet wat ge zoudt willen doen.

18
CANISIUS

Indien gij u door de geest laat leiden, dan valt gij niet onder de Wet.

WILLIBRORD

Maar als ge u door de Geest laat leiden, staat ge niet onder de wet.

19
CANISIUS

Welnu, de werken van het vlees zijn bekend: ontucht, onreinheid en losbandigheid;

WILLIBRORD

De uitingen van zelfzucht zijn bekend, zoals ontucht, onreinheid, losbandigheid;

20
CANISIUS

afgoderij en toverij; vijandschap, twist, afgunst, gramschap, partijzucht, verdeeldheid, scheuring,

WILLIBRORD

afgodendienst, toverij, vijandschap, twist, afgunst, uitbarstingen van woede, intriges, ruzies, partijschappen, jaloersheden;

21
CANISIUS

en nijd; dronkenschap, brasserij en dergelijke; en ik waarschuw u, zoals ik het ook vroeger deed: wie zo iets doet, zal het koninkrijk Gods niet beërven.

WILLIBRORD

drinkgelagen, orgieën en dergelijke. Ik waarschuw u zoals ik u al eerder gewaarschuwd heb: wie zich zo misdragen, zullen het koninkrijk van God niet erven.

22
CANISIUS

Maar de vrucht van de geest is: liefde, blijdschap en vrede; lankmoedigheid, welwillendheid en goedhartigheid; betrouwbaarheid,

WILLIBRORD

Maar de vrucht van de Geest is liefde, vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtheid, ingetogenheid.

23
CANISIUS

zachtmoedigheid en gematigdheid. En tegen dit alles is de Wet niet gericht.

WILLIBRORD

Tegen zulke dingen bestaat geen wet.

24
CANISIUS

Welnu, zij die Christus toebehoren, hebben het vlees gekruisigd met zijn driften en begeerten.

WILLIBRORD

Zij die Christus Jezus toebehoren hebben het vlees gekruisigd met zijn hartstochten en begeerten.

25
CANISIUS

Zo we leven door de geest, laat ons dan ook handelen naar de geest;

WILLIBRORD

Daar wij leven door de Geest, willen we ook leven volgens de Geest.

26
CANISIUS

niet begerig naar ijdele glorie, elkander niet tartend, elkaar niet benijdend.

WILLIBRORD

Wij moeten niet verwaand zijn, elkaar niet voortdurend tarten en benijden.

27
CANISIUS

om Zich een heerlijke Kerk te bereiden, zonder vlek of rimpel of iets van die aard, maar heilig en zonder enige smet.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

28
CANISIUS

Zo moeten ook de mannen hun vrouwen liefhebben als hun eigen lichaam; wie zijn vrouw bemint, heeft zichzelf lief.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

29
CANISIUS

Welnu, niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat; maar hij voedt en verzorgt het, zoals ook Christus het doet met de Kerk,

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

30
CANISIUS

omdat we de ledematen zijn van zijn Lichaam.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

31
CANISIUS

"Daarom zal de man vader en moeder verlaten, en zich hechten aan zijn vrouw; en die

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

32
CANISIUS

Dit geheim is groot; ik bedoel: zijn verhouding tot Christus en de Kerk.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

33
CANISIUS

Maar hoe het ook zij: ieder van u moet zijn vrouw liefhebben als zichzelf, en de vrouw moet eerbied hebben voor den man.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling