Galaten 1

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Paulus, apostel, —niet op gezag van mensen noch door bemiddeling van een mens, maar

WILLIBRORD

IK, PAULUS, apostel, niet vanwege mensen noch door een mens, maar door Jezus Christus en God de Vader die Hem uit de dood heeft opgewekt,

2
CANISIUS

met al de broeders die bij me zijn: aan de kerken van Galátië.

WILLIBRORD

en alle broeders die bij mij zijn, aan de gemeenten van Galatië:

3
CANISIUS

Genade en vrede zij u van God onzen Vader, en van den Heer Jesus Christus,

WILLIBRORD

genade voor u en vrede vanwege God de Vader en onze Heer Jezus Christus,

4
CANISIUS

die Zich voor onze zonden, —om ons te ontrukken aan deze boze wereld, —heeft overgeleverd

WILLIBRORD

die zich heeft gegeven voor onze zonden om ons te ontrukken aan de tegenwoordige slechte wereld, volgens de wil van God en Vader,

5
CANISIUS

aan wien de glorie in de eeuwen der eeuwen. Amen!

WILLIBRORD

aan wie is de heerlijkheid in de eeuwen der eeuwen. Amen.

6
CANISIUS

Ik sta er verbaasd over, dat gij zo spoedig af. valt van Hem, die u geroepen heeft door de genade van Christus, en naar een ander evangelie overgaat.

WILLIBRORD

Ik sta verbaasd dat gij zo spoedig afvalt van Hem die u riep tot de genade naar een ander evangelie;

7
CANISIUS

Eigenlijk is het geen ander; maar alleen zijn er enkelen opgestaan, die onrust onder u stoken, en het Evangelie van Christus willen vervalsen.

WILLIBRORD

maar er is geen ander, er zijn alleen maar lieden die u verontrusten en het evangelie van Christus willen perverteren.

8
CANISIUS

Waarachtig, wanneer wijzelf, of zelfs een engel uit de hemel, u een ander evangelie zouden verkondigen, dat wat wij u verkondigd hebben, hij zij vervloekt!

WILLIBRORD

Maar al zouden wijzelf of een engel uit de hemel een ander evangelie verkondigen dan wij u verkondigd hebben: hij zij vervloekt!

9
CANISIUS

Zoals we het vroeger hebben gezegd, zo herhaal ik het ook thans: Wanneer iemand u een ander evangelie verkondigt dan gij ontvangen hebt, hij zij vervloekt!

WILLIBRORD

Wat ik vroeger heb gezegd zeg ik nu opnieuw: als iemand u een ander evangelie verkondigt dan gij ontvangen hebt: hij zij vervloekt!

10
CANISIUS

Heet dit nu soms mensen gunstig stemmen, of God; zoek ik soms nu nog aan mensen te behagen? Zo ik nu nog aan mensen tracht te behagen, dan zou ik geen dienaar van Christus

WILLIBRORD

Tracht ik nu de mensen te winnen of God? Zoek ik soms de gunst van de mensen? Als ik nog de gunst van mensen zocht, zou ik geen dienaar van Christus zijn.

11
CANISIUS

Ik verzeker u toch, broeders, dat het Evangelie, door mij verkondigd, niet van menselijke oorsprong is;

WILLIBRORD

Ik verzeker u, broeders; het evangelie dat door mij is verkondigd is geen produkt van mensen.

12
CANISIUS

want ik heb het niet van een mens ontvangen of aangeleerd, maar door een openbaring van Jesus Christus.

WILLIBRORD

Want ook ik heb het niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door een openbaring van Jezus Christus.

13
CANISIUS

Gij hebt immers gehoord van mijn vroeger leven in het Jodendom: hoe ik Gods Kerk heftig vervolgde en haar trachtte te verdelgen;

WILLIBRORD

Gij hebt toch gehoord hoe ik vroeger als Jood geleefd heb: hoe ik de kerk van God fel heb vervolgd en haar trachtte uit te roeien;

14
CANISIUS

hoe ik ook boven velen van mijn volk en van mijn leeftijd uitblonk in het Jodendom, en hen in ijver voor de overlevering mijner vaders verre overtrof.

WILLIBRORD

en hoe ver ik het bracht in de Joodse godsdienst, vele leeftijdgenoten onder mijn volk overtreffend in mijn grenzeloze ijver voor de overleveringen van mijn voorouders.

15
CANISIUS

En toen het Hem had behaagd, die mij van de moederschoot af door zijn genade had uitverkoren en geroepen, toen het Hem had behaagd, zijn Zoon aan mij te openbaren,

WILLIBRORD

Maar toen Hij die mij vanaf mijn geboorte had uitgekozen en mij riep door zijn genade,

16
CANISIUS

opdat ik Hem onder de heidenen zou verkondigen, —toen ben ik van de aanvang af niet

WILLIBRORD

besloot zijn Zoon aan mij te openbaren, opdat ik Hem onder de heidenvolken zou verkondigen, toen ben ik aanstonds, zonder een mens te raadplegen,

17
CANISIUS

of naar Jerusalem vertrokken naar hen, die vóór mij apostelen waren; maar toen ben ik naar Arabië gegaan en naar Damascus teruggekeerd.

WILLIBRORD

zonder naar Jeruzalem te gaan, naar hen die eerder apostel waren dan ik, vertrokken naar Arabië en vandaar weer teruggekeerd naar Damascus.

18
CANISIUS

Eerst drie jaar later ben ik naar Jerusalem vertrokken, om Kefas te bezoeken, en ben ik veertien dagen bij hem gebleven;

WILLIBRORD

Pas drie jaar later ging ik naar Jeruzalem om met Kefas kennis te maken en ik ben maar veertien dagen bij hem gebleven.

19
CANISIUS

maar van de andere apostelen heb ik niemand gezien dan Jakobus, den broeder des Heren.

WILLIBRORD

Van de andere apostelen heb ik niemand gezien, behalve Jakobus, de broeder des Heren.

20
CANISIUS

Voor het aanschijn Gods: zie ik lieg niet bij wat ik u schrijf.

WILLIBRORD

Wat ik u schrijf is de zuivere waarheid. God is mijn getuige.

21
CANISIUS

Daarna ben ik naar de gewesten van Syrië en Cilicië vertrokken.

WILLIBRORD

Daarna ging ik naar het gebied van Syrië en Cilicië;

22
CANISIUS

Ik was dus persoonlijk onbekend aan de kerken van Judea, die in Christus zijn.

WILLIBRORD

maar ik was persoonlijk onbekend bij de christengemeenten van Judea.

23
CANISIUS

Ze hadden alleen horen zeggen: Hij die ons eertijds vervolgde, hij preekt thans het geloof, dat hij vroeger verwoestte;

WILLIBRORD

Zij wisten alleen van horen zeggen: “Hij die ons vroeger vervolgde verkondigt nu het geloof dat hij vroeger wilde uitroeien.”

24
CANISIUS

en ze verheerlijkten God om mij.

WILLIBRORD

En zij verheerlijkten God om mij.