Esther 7

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

En weer gingen de koning en Haman ter maaltijd bij koningin Ester

WILLIBRORD

Zo kwamen de koning en Haman aan tafel bij koningin Ester.

2
CANISIUS

Ook de tweede dag vroeg de koning bij het drinken van de wijn aan Ester: Wat is uw verlangen, koningin Ester; het wordt ingewilligd. Al wat ge vraagt, al was het ook de helft van mijn rijk, het zal u worden gegeven

WILLIBRORD

Ook deze tweede dag vroeg de koning bij het drinken van de wijn aan Ester: 'Wat is uw verlangen, koningin Ester? Het zal worden ingewilligd. Wat is uw verzoek? Al is het de helft van mijn koninkrijk, het zal u gegeven worden.'

3
CANISIUS

Toen sprak koningin Ester: Als ik genade heb gevonden bij den koning, en het den koning behaagt, dan spare hij. op mijn verzoek en mijn bede, mijn leven en dat van mijn volk

WILLIBRORD

Koningin Ester gaf ten antwoord: 'Als ik genade heb gevonden in uw ogen, koning, en als het de koning zo behaagt, laat dan aan mij mijn leven gegeven worden - dat is mijn verlangen -, en ook mijn volk - dat is mijn verzoek.

4
CANISIUS

Want ik en mijn volk zijn verkocht, om gedood te worden, verdelgd en uitgeroeid. Waren we nog als slaven en slavinnen verkocht, ik zou. hebben gezwegen; want dan was de ramp niet groot genoeg, om den koning erover lastig te vallen

WILLIBRORD

Want ik en mijn volk, wij zijn verkocht om verdelgd, gedood en uitgeroeid te worden. Waren we als slaven en slavinnen verkocht, dan had ik gezwegen: dat is geen nood die groot genoeg is om er de koning mee lastig te vallen.'

5
CANISIUS

Toen vroeg koning Achasjwerosj aan koningin Ester: Wie en waar is die man, die zo iets heeft durven bestaan?

WILLIBRORD

Toen sprak Ahasveros, de koning, hij zei tot koningin Ester: 'Wie is die man, waar is die man, die zich zoiets in het hoofd heeft gehaald?'

6
CANISIUS

Ester antwoordde: Die belager en vijand is Haman, die lelijke booswicht daar! En van schrik kromp Haman ineen voor de blik van den koning en de koningin

WILLIBRORD

Ester antwoordde: 'Het is een harteloze booswicht, het is Haman, die schurk daar!' En Haman kromp van schrik ineen voor de koning en de koningin.

7
CANISIUS

Woedend stond de koning van tafel op, en liep de tuin in van het paleis. Maar Haman bleef bij koningin Ester, om haar voor zijn leven te smeken; want hij begreep, dat bij den koning zijn ondergang vaststond

WILLIBRORD

Woedend stond de koning op en liep van tafel weg, de paleistuin in. Haman bleef achter, hij wilde koningin Ester om zijn leven smeken. Hij zag wel dat hij van de koning het allerergste te verwachten had.

8
CANISIUS

Toen de koning daarop uit de tuin van het paleis naar de eetzaal terugkeerde, vond hij Haman op het rustbed, waarop Ester lag. En de koning riep uit: Wat, nu de koningin in mijn eigen huis nog geweld aandoen! Nauwelijks was dit woord den koning over de lippen, of men bedekte Hamans gelaat

WILLIBRORD

Juist toen de koning uit de paleistuin in de feestzaal terugkwam, had Haman zich neer laten vallen op de bank waarop Ester lag. De koning riep uit: 'Nu ook nog de koningin geweld aandoen, in mijn eigen huis!' De koning had die woorden amper uitgesproken, of men bedekte het gezicht van Haman.

9
CANISIUS

En Charbona, een van de dienstdoende kamerlingen zei tot den koning: Zie, er staat juist bij het huis van Haman een paal, vijftig el hoog, welke Haman heeft laten maken voor Mordokai, die in ‘s konings belang heeft gesproken. En de koning beval: Hangt hem daaraan op

WILLIBRORD

Charbona, een van de eunuchen van de koning, zei: 'Er is ook nog de paal, die Haman gereed heeft gemaakt voor Mordekai, de man die het voor de koning had opgenomen. Hij staat bij het huis van Haman, vijftig el hoog.' De koning beval: 'Hangt hem daar dan aan op.'

10
CANISIUS

Zo werd Haman opgehangen aan de paal, die hij voor Mordokai had opgericht. Toen eerst bedaarde de woede van den koning

WILLIBRORD

En ze hingen Haman aan de paal, die hij voor Mordekai had opgericht. Toen bedaarde de woede van de koning.