Efeziërs 5

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Weest dus navolgers van God, als zijn geliefde kinderen;

WILLIBRORD

Weest navolgers van God, zoals geliefde kinderen past.

2
CANISIUS

en leeft in liefde, zoals ook Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft gegeven als gave en offer, tot een lieflijke geur voor God

WILLIBRORD

Leidt een leven van liefde naar het voorbeeld van Christus, die ons heeft bemind en zich voor ons heeft overgeleverd als offergave en slachtoffer, God tot een lieflijke geur.

3
CANISIUS

Van ontucht, alle soort van onreinheid en hebzucht mag onder u zelfs geen sprake meer zijn, zoals dit heiligen betaamt;

WILLIBRORD

Ontucht en onzedelijkheid, in welke vorm dan ook, of hebzucht mag onder u zelfs niet ter sprake komen. Heiligen betaamt dit niet.

4
CANISIUS

evenmin van vuile taal, zotteklap of spotternij. Deze dingen betamen niet; een dankgebed betaamt veel meer

WILLIBRORD

Evenmin past u schandelijke, grove of dubbelzinnige taal, maar veeleer dankzegging.

5
CANISIUS

Weet wel: geen ontuchtige, onreine of hebzuchtige bezit een erfdeel in het koninkrijk van Christus en van God; zo iemand staat met een afgodendienaar gelijk

WILLIBRORD

Beseft het goed: geen ontuchtige of onreine of gierige - wat hetzelfde is als een afgodendienaar - heeft enig erfdeel in het koninkrijk van Christus en van God.

6
CANISIUS

Laat niemand u met holle woorden bedriegen; want daarom juist komt Gods toorn over de kinderen der ongehoorzaamheid

WILLIBRORD

Laat niemand u met loze woorden misleiden: om zulke dingen komt Gods toorn over de ongehoorzamen.

7
CANISIUS

Wordt dus hun medeplichtigen niet!

WILLIBRORD

Doet niet met hen mee.

8
CANISIUS

Vroeger waart gij duisternis, thans zijt gij licht in den Heer; gedraagt u dan ook als kinderen van het licht

WILLIBRORD

Eens waart gij duisternis, nu zijt gij licht door uw gemeenschap met de Heer. Leeft dan ook als kinderen van het licht,

9
CANISIUS

Want de vrucht van het licht bestaat in allerlei goedheid, gerechtigheid en waarheid

WILLIBRORD

en de vrucht van het licht kan alleen maar zijn: goedheid, gerechtigheid, waarheid.

10
CANISIUS

Onderzoekt wat welbehaaglijk is aan den Heer,

WILLIBRORD

Tracht te ontdekken wat de Heer behaagt.

11
CANISIUS

en neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis; maar keurt ze af

WILLIBRORD

Neemt geen deel aan hun duistere en onvruchtbare praktijken, brengt ze liever aan het licht.

12
CANISIUS

Want wat door hen in het geheim wordt gedaan, is te schandelijk zelfs om het te noemen

WILLIBRORD

Wat deze lieden in het geheim doen is te schandelijk om ook maar over te spreken.

13
CANISIUS

Alles echter wat afkeurenswaardig is, wordt openbaar gemaakt door het licht; want het licht maakt alles openbaar

WILLIBRORD

Alles echter wat aan het licht wordt gebracht, komt in het licht tot helderheid.

14
CANISIUS

Daarom wordt er gezegd: "Ontwaak, gij slaper; Sta op uit de doden, En Christus zal over u lichten!"

WILLIBRORD

En alles wat verhelderd wordt, is zelf ‘licht’ geworden. Zo zegt ook de hymne: 'Ontwaak, slaper, sta op uit de dood, en Christus’ licht zal over u stralen.'

15
CANISIUS

Ziet dus nauwlettend toe, hoe ge u gedraagt: niet als dwazen, maar als wijzen;

WILLIBRORD

Let dus nauwkeurig op hoe ge u gedraagt: als verstandige mensen, niet als dwazen.

16
CANISIUS

benut de gunstige gelegenheid, want de tijden zijn boos

WILLIBRORD

Benut de gunstige gelegenheid, want de tijden zijn slecht.

17
CANISIUS

Weest daarom niet onverstandig, maar tracht de wil des Heren te verstaan

WILLIBRORD

Daarom, weest niet onverstandig, maar tracht te begrijpen wat de Heer wil.

18
CANISIUS

Bedrinkt u niet aan de wijn, want dit voert tot losbandigheid; maar wordt vol van den Geest

WILLIBRORD

Bedwelmt u niet met wijn, wat tot losbandigheid leidt, maar laat u bezielen door de Geest.

19
CANISIUS

Spreekt tot elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen; zingt en juicht in uw hart voor den Heer;

WILLIBRORD

Spreekt elkander toe in psalmen en hymnen en liederen, ingegeven door de Geest. Zingt en speelt voor de Heer van ganser harte.

20
CANISIUS

betuigt zonder ophouden voor alles uw dank aan God en den Vader, in de naam van Jesus Christus onzen Heer

WILLIBRORD

Zegt altijd voor alles dank aan God de Vader in de naam van onze Heer Jezus Christus.

21
CANISIUS

Weest elkander onderdanig in de vreze van Christus

WILLIBRORD

Weest elkander onderdanig uit ontzag voor Christus.

22
CANISIUS

Gij vrouwen, weest onderdanig aan uw mannen, als aan den Heer

WILLIBRORD

Vrouwen, weest onderdanig aan uw man als aan de Heer.

23
CANISIUS

Want de man is het hoofd van de vrouw, zoals Christus het Hoofd is der Kerk, Hij die de Verlosser is van het Lichaam

WILLIBRORD

Want de man is het hoofd van de vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk. Hij is ook de verlosser van zijn lichaam,

24
CANISIUS

Welnu, zoals de Kerk onderdanig is aan Christus, zo moeten in alles de vrouwen het zijn aan haar mannen

WILLIBRORD

maar zoals de kerk onderdanig is aan Christus, zo moet ook de vrouw haar man in alles onderdanig zijn.

25
CANISIUS

Gij mannen, hebt uw vrouwen lief, zoals ook Christus de Kerk heeft bemind. Hij heeft Zich voor haar overgeleverd:

WILLIBRORD

Mannen, hebt uw vrouw lief, zoals Christus de kerk heeft liefgehad: Hij heeft zich voor haar overgeleverd

26
CANISIUS

om haar te heiligen en te reinigen door het Waterbad, vergezeld van het woord;

WILLIBRORD

om haar te heiligen, haar reinigend door het waterbad met het woord.

27
CANISIUS

om Zich een heerlijke Kerk te bereiden, zonder vlek of rimpel of iets van die aard, maar heilig en zonder enige smet

WILLIBRORD

Hij heeft de kerk tot zich gevoerd als een heerlijke bruid, zonder vlek of rimpel of fout, heilig en onbesmet.

28
CANISIUS

Zo moeten ook de mannen hun vrouwen liefhebben als hun eigen lichaam; wie zijn vrouw bemint, heeft zichzelf lief

WILLIBRORD

Zo moeten ook de mannen hun vrouwen liefhebben, zoals ze hun eigen lichaam liefhebben. Wie zijn vrouw bemint, bemint zichzelf.

29
CANISIUS

Welnu, niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat; maar hij voedt en verzorgt het, zoals ook Christus het doet met de Kerk,

WILLIBRORD

Niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat; integendeel, hij voedt en koestert het. En zo doet Christus met de kerk,

30
CANISIUS

omdat we de ledematen zijn van zijn Lichaam

WILLIBRORD

omdat wij ledematen zijn van zijn lichaam.

31
CANISIUS

"Daarom zal de man vader en moeder verlaten, en zich hechten aan zijn vrouw; en die twee zullen één vlees worden",

WILLIBRORD

Daarom zal de man vader en moeder verlaten om zich te hechten aan zijn vrouw, en die twee zullen één vlees zijn.

32
CANISIUS

Dit geheim is groot; ik bedoel: zijn verhouding tot Christus en de Kerk

WILLIBRORD

Dit geheim heeft een diepe zin. Ik voor mij betrek het op Christus en de kerk.

33
CANISIUS

Maar hoe het ook zij: ieder van u moet zijn vrouw liefhebben als zichzelf, en de vrouw moet eerbied hebben voor den man

WILLIBRORD

Hoe dit ook zij, ieder van u moet zijn vrouw beminnen als zichzelf en de vrouw moet ontzag hebben voor haar man.