Amos 2

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Zo spreekt Jahweh! Om drie schanddaden van Moab, Of om vier herroep Ik het niet: Omdat zij het gebeente van den koning van Edom Tot kalk hebben verbrand!

WILLIBRORD

Zo spreekt Jahwe: na de herhaalde misdaden van Moab kom Ik niet op mijn besluit terug! Omdat hij het gebeente van de koning van Edom tot kalk heeft verbrand,

2
CANISIUS

Ik slinger een vuur in Moab, Dat de burchten van Keri-jot verteert; Moab zal in het krijgsgewoel sterven, Onder gehuil en het geschal der trompetten;

WILLIBRORD

slinger Ik een vuur in Moab: het verslindt de paleizen van Keriot. Moab komt om in het strijdgewoel onder krijgsgeschreeuw en hoorngeschal.

3
CANISIUS

Ik zal zijn heerser uit zijn midden verdelgen, Tegelijk met hem al zijn vorsten vermoorden: Spreekt Jahweh!

WILLIBRORD

Uit hun midden doe Ik de heerser verdwijnen en met hem breng Ik ter dood al de groten van zijn rijk, spreekt Jahwe.

4
CANISIUS

Zo spreekt Jahweh! Om drie schanddaden van Juda, Of om vier herroep Ik het niet: Omdat zij de wet van Jahweh hebben veracht, En zijn geboden niet onderhouden; Zich lieten verleiden door hun leugens, Die hun vaderen al hadden gevolgd!

WILLIBRORD

Zo spreekt Jahwe: na de herhaalde misdaden van Juda kom Ik niet op mijn besluit terug! Omdat zij Jahwe's wet versmaad hebben en zijn geboden niet hebben onderhouden, omdat die leugengoden van hen, waar hun vaderen al achteraan gelopen hadden, hen op een dwaalspoor hebben gebracht,

5
CANISIUS

Ik slinger een vuur in Juda, Dat Jerusalems burchten verteert!

WILLIBRORD

slinger Ik vuur in Juda: het verslindt Jeruzalems paleizen.

6
CANISIUS

Zo spreekt Jahweh! Om drie schanddaden van Israël, Of om vier herroep Ik het niet: Omdat zij den vrome om een geldschuld verkopen, Den arme om een paar schoenen;

WILLIBRORD

Zo spreekt Jahwe: Na de herhaalde misdaden van Israël kom Ik niet op mijn besluit terug! Omdat zij de rechtvaardige voor geld verkopen, de arme voor een paar schoenen,

7
CANISIUS

In het stof op de grond Het hoofd der zwakken vertrappen, De behoeftigen terzijde dringen; Omdat zoon en vader naar de deerne lopen, Om mijn heilige Naam te ontwijden;

WILLIBRORD

omdat zij de geringen als het stof van de aarde vertrappen en het recht van de armen verkrachten, Vader en zoon gaan naar dezelfde meid en ontwijden zo mijn heilige naam.

8
CANISIUS

Op verpande kleren liggen bij ieder altaar, In beslag genomen wijnen drinken in het huis van hun God!

WILLIBRORD

Op de als pand aanvaarde kleren leggen zij zich neer bij de altaren en zij drinken met boetegeld betaalde wijn in het huis van hun God.

9
CANISIUS

En toch heb Ik den Amoriet voor u vernield, Die hoog was als ceders en sterk als de eiken, Van boven zijn vruchten vernield, zijn wortels beneden.

WILLIBRORD

En Ik, Ik heb toch voor hun ogen de Amoriet verdelgd, zo hoog als een ceder, zo sterk als een eik; Ik heb hem toch uitgeroeid van onder tot boven, met wortel en tak!

10
CANISIUS

Ik heb u uit het land van Egypte gebracht, Door de woestijn u geleid veertig jaar lang, Om het land der Amorieten in bezit te nemen.

WILLIBRORD

Ik, Ik heb u uit Egypte gevoerd, u door de woestijn geleid, veertig jaar lang, en het land van die Amoriet aan u gegeven.

11
CANISIUS

Ik heb uit uw zonen profeten verwekt, Nazireërs uit uw jonge mannen;

WILLIBRORD

Uit uw zonen heb Ik profeten gekozen en nazireeërs uit uw jonge mannen. Zo is het toch, Israëlieten? - Dit is de godsspraak van Jahwe.

12
CANISIUS

Maar de Nazireërs hebt gij wijn laten drinken, De profeten verboden te profeteren! Of is het niet waar, kinderen van Israël: Is de godsspraak van Jahweh!

WILLIBRORD

Maar gij hebt de nazireeërs wijn laten drinken en tot de profeten gezegd: Geen profetieën!

13
CANISIUS

Zie, Ik zal het onder uw voeten doen kraken, Zoals een wagen kraakt, Hoog met schoven beladen!

WILLIBRORD

Welnu Ik zal het laten wankelen onder uw voeten, zoals een wagen wankelt, die te hoog met schoven beladen is.

14
CANISIUS

Dan zal de vlugge niet kunnen vluchten, De sterke zijn kracht niet ontplooien, De krijgsman zijn leven niet redden,

WILLIBRORD

Dan krijgt zelfs de snelle loper geen kans om te vluchten, de sterke heeft niets aan zijn kracht en de dappere redt zijn leven niet.

15
CANISIUS

De boogschutter geen stand houden; De rappe zal niet ontkomen, De ruiter brengt er het leven niet af;

WILLIBRORD

De boogschutter houdt geen stand, de hardloper ontkomt niet en geen ruiter redt zijn leven.

16
CANISIUS

De dapperste onder de helden Zal naakt moeten vluchten op die dag: Is de godsspraak van Jahweh!

WILLIBRORD

Zelfs de dapperste onder strijders zal naakt moeten vluchten, die dag. Dit is de godsspraak van Jahwe.