2 Kronieken 15

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Nu kwam de geest van God over Azarjáhoe, den zoon van Oded.

WILLIBRORD

Nu kwam de geest van God over Azarja, de zoon van Oded.

2
CANISIUS

Hij verscheen voor Asa, en sprak tot hem: Asa, en heel Juda en Benjamin, luistert naar mij! Jahweh is met u, als gij met Hem zijt. Wanneer gij Hem zoekt, zal Hij Zich door u laten vinden, maar verlaat gij Hem, dan verlaat Hij ook u.

WILLIBRORD

Hij ging Asa tegemoet en zei tot hem: 'Luister naar mij, Asa en heel Juda en Benjamin! Jahwe is met u zolang u het met Hem houdt. Als u Hem zoekt, dan staat Hij voor u, maar als u Hem de rug toekeert, dan keert Hij u de rug toe.

3
CANISIUS

Lange tijd was Israël zonder den waren God, zonder priesters, die hen onderrichtten, en zonder Wet.

WILLIBRORD

Lange tijd waren de Israëlieten zonder de ware God, zonder priesters om hen te onderrichten en zonder wet.

4
CANISIUS

Maar wanneer zij dan in nood geraakten, bekeerden zij zich tot Jahweh, Israëls God; dan zochten zij Hem, en Hij liet Zich door hen vinden.

WILLIBRORD

Maar wanneer zij in hun nood zich bekeerden tot Jahwe, de God van Israël, en Hem zochten, dan stond Hij voor hen.

5
CANISIUS

In zulke tijden was niemand veilig, of hij uitging of terugkwam; maar er heerste een geweldige onrust onder de bewoners dezer streken.

WILLIBRORD

In die tijden was geen enkele reiziger veilig, want er waren grote beroeringen onder de bewoners van deze streken.

6
CANISIUS

Het ene volk lag overhoop met het andere, de ene stad met de andere; want God bracht hen in verwarring, en in allerlei nood.

WILLIBRORD

Het ene volk lag overhoop met het andere, de ene stad met de andere, want God bracht ze in verwarring, in allerlei nood.

7
CANISIUS

Weest gij dus sterk, laat uw handen niet verslappen; want gij zult voor uw moeite worden beloond.

WILLIBRORD

Wees dus sterk, laat uw handen niet verslappen, want u zult voor uw moeite beloond worden.'

8
CANISIUS

Zodra Asa deze woorden en de profetie van den profeet Azarjáhoe, den zoon van Oded, vernam, vatte hij moed, liet de gruwelen opruimen in heel het land Juda en Benjamin en uit de steden op het Efraïmgebergte, die hij veroverd had, en vernieuwde het altaar van Jahweh, dat voor de voorhal van Jahweh stond.

WILLIBRORD

Toen Asa deze woorden hoorde, de profetie van de profeet Azarja, de zoon van Oded, vatte hij moed en liet hij de afgodsbeelden opruimen in heel het land van Juda en van Benjamin en in de steden die hij had veroverd in het bergland van Efraïm. Ook vernieuwde hij het altaar dat voor de voorhal van de tempel van Jahwe stond.

9
CANISIUS

Hij riep heel Juda en Benjamin bijeen, met de mannen uit Efraïm en Manasse en Simeon, die zich onder hen hadden gevestigd, omdat zij in grote getale van Israël naar Juda waren overgegaan, toen zij zagen, dat Jahweh, zijn God, met hem was.

WILLIBRORD

Hij riep heel Juda en Benjamin bijeen, samen met degenen uit Efraïm, Manasse en Simeon die, toen ze zagen dat Jahwe, zijn God, met hem was, in groten getale van Israël naar Asa waren overgelopen en zich in Juda gevestigd hadden.

10
CANISIUS

Zij kwamen bijeen te Jerusalem in de derde maand van het vijftiende jaar der regering van Asa,

WILLIBRORD

Ze kwamen bijeen in Jeruzalem in de derde maand van het vijftiende regeringsjaar van Asa

11
CANISIUS

en brachten die dag uit de buit zevenhonderd runderen en zevenduizend schapen aan Jahweh ten offer.

WILLIBRORD

en offerden die dag aan Jahwe zevenhonderd runderen en zevenduizend schapen van de buit die ze hadden meegebracht.

12
CANISIUS

Zij verbonden zich, om Jahweh, den God hunner vaderen, te vereren met heel hun hart en heel hun ziel,

WILLIBRORD

Ze verbonden zich dat ze met heel hun hart en heel hun ziel Jahwe, de God van hun vaderen, zouden dienen.

13
CANISIUS

en iedereen te doden, die Jahweh, den God van Israël, niet vereerde, kleinen als groten, mannen als vrouwen.

WILLIBRORD

Ieder, groot of klein, man of vrouw, die Jahwe, de God van Israël, niet zou dienen, zou ter dood gebracht worden.

14
CANISIUS

Dit bezwoeren zij Jahweh met luider stem en onder het geschal van trompetten en bazuinen.

WILLIBRORD

Dit zwoeren ze Jahwe met luider stem en met juichkreten, onder het geschal van trompetten en bazuinen.

15
CANISIUS

Heel Juda verheugde zich erover, dat zij deze eed van ganser harte hadden gezworen; zij vereerden Jahweh onverdeeld. Daarom liet ook Jahweh Zich door hen vinden, en schonk hun rust aan alle kanten.

WILLIBRORD

Heel Juda verheugde zich over de eed, die ze van ganser harte gezworen hadden. Ze zochten Jahwe met hart en ziel, daarom stond Jahwe hun bij en schonk hij hun rust aan al hun grenzen.

16
CANISIUS

Ook zette koning Asa zijn moeder Maäka af als gebiedster, omdat zij een schandbeeld van Asjera gemaakt had. Asa sloeg dit schandbeeld neer, en verbrandde het in het Kedrondal.

WILLIBRORD

Zelfs heeft koning Asa zijn moeder Maaka haar titel van gebiedster ontnomen; zij had namelijk voor Asjera een ergerniswekkend beeld gemaakt. Asa liet dit beeld stukslaan, verpulveren en in het Kidrondal verbranden.

17
CANISIUS

En ofschoon de offerhoogten in Israël niet werden afgeschaft, bleef Asa toch zijn leven lang trouw.

WILLIBRORD

Wel liet men de offerhoogten in Israël voortbestaan, maar toch bleef Asa zolang hij leefde Jahwe onverdeeld toegewijd.

18
CANISIUS

Met de wijgeschenken van zijn vader bracht hij ook zijn eigen wijgeschenken naar de tempel van God: zilver, goud en andere voorwerpen.

WILLIBRORD

Hij liet de wijgeschenken van zijn vader en zijn eigen wijgeschenken naar de tempel van God overbrengen: het zilver, het goud en de andere voorwerpen.

19
CANISIUS

Tot het vijf en dertigste regeringsjaar van Asa was er geen oorlog geweest;

WILLIBRORD

En er was geen oorlog tot het vijfendertigste jaar van zijn regering.