2 Korintiërs 9

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Het schijnt me geheel overbodig, u te schrijven over de ondersteuning zelf van de heiligen.

WILLIBRORD

U te schrijven over de hulpverlening aan de heiligen lijkt mij overbodig.

2
CANISIUS

Want ik ken uw bereidwilligheid, en ik heb zelfs daarom bij de Macedoniërs over u geroemd, dat Achaja reeds verleden jaar gereed was, en dat uw ijver zeer velen heeft geprikkeld.

WILLIBRORD

Uw bereidwilligheid is mij bekend. Ik poch op u bij de Macedoniërs: “Achaïa staat al sinds verleden jaar gereed.” En uw ijver heeft de anderen aangestoken.

3
CANISIUS

Maar wel zend ik de broeders af, opdat ons roemen over u op dit punt niet ongegrond zou blijken, en gij inderdaad gereed zult zijn, zoals ik dit heb beweerd;

WILLIBRORD

Als ik onze broeders stuur, is het alleen uit vrees dat onze lofrede op dit punt ongerechtvaardigd zou blijken. Ik wil dat gij inderdaad, zoals ik beweerd heb, gereed zijt.

4
CANISIUS

anders zouden wij, —om van u niet te spreken, —om dit vast vertrouwen misschien nog

WILLIBRORD

Anders zouden wij - om van u maar te zwijgen - als de Macedoniërs die met mij meekomen, zien dat gij nog niet klaar zijt, ons over deze onderneming moeten schamen.

5
CANISIUS

Ik oordeelde het dus nodig, de broeders te verzoeken, mij vooruit te reizen naar u toe, en uw milde gave, die ik bij voorbaat had toegezegd, in orde te brengen, zodat ze klaar zal liggen; maar dan ook werkelijk als een milde, en geen karige gift.

WILLIBRORD

Ik achtte het daarom nodig de broeders te vragen u tevoren te bezoeken en ervoor te zorgen, dat de milde gave die gij reeds eerder had toegezegd, tijdig wordt gereed gemaakt en klaar ligt. Maar dan moet gij ook rijkelijk geven, niet bekrompen.

6
CANISIUS

Bedenkt het wel: wie spaarzaam zaait, zal spaarzaam maaien; en wie onbekrompen zaait, zal onbekrompen maaien.

WILLIBRORD

Bedenkt: wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten.

7
CANISIUS

Ieder geve, zoals hij het in zijn hart zich heeft voorgenomen, maar niet met tegenzin of noodgedwongen. Want God heeft een blijmoedigen gever lief;

WILLIBRORD

Laat ieder wat hij in zijn hart besloten heeft, ten uitvoer brengen, zonder pijn en zonder dwang, want God houdt van een blijmoedige gever.

8
CANISIUS

en God is bij machte, om u een overvloed te schenken van allerlei gunsten; zodat gij onder alle opzichten en ten allen tijde ruimschoots het nodige zult bezitten, en nog zult overhouden voor ieder goed werk;

WILLIBRORD

En God heeft de macht u met alle gaven te overstelpen, zodat gij altijd in alle opzichten van al het nodige voorzien, nog ruimschoots overhoudt voor elk goed werk.

9
CANISIUS

zoals geschreven staat: "Milddadig deelt hij aan de armen uit: Zijn gerechtigheid

WILLIBRORD

Zo staat er ook geschreven: Hij heeft overvloedig gegeven aan de armen, zijn milddadigheid zal immer blijven.

10
CANISIUS

Hij toch, die den zaaier zaad verschaft en brood tot spijze, Hij zal ook u het zaad verlenen, het doen gedijen, en de vruchten uwer gerechtigheid doen wassen.

WILLIBRORD

Hij die de zaaier zaad verschaft en voedsel om te eten, zal ook u zaaigoed verschaffen en het vermenigvuldigen en de oogst van uw milddadigheid doen gedijen.

11
CANISIUS

En wanneer we steeds rijkelijk geven bij iedere vorm van weldadigheid, dan wordt deze door ons toedoen de oorzaak van dankzegging aan God.

WILLIBRORD

Zo wordt gij in ieder opzicht verrijkt en kunt gij alle soort vrijgevigheid beoefenen. En deze is op haar beurt, door onze bemiddeling, oorzaak van dankbetuiging aan God.

12
CANISIUS

Want de beoefening van zulk een liefdedienst voorziet niet alleen in de behoeften der heiligen, maar brengt ook een overvloed van dankzeggingen aan God.

WILLIBRORD

Zulk een spontane dienst voorziet niet alleen in de noden van de heiligen, hij wordt ook een overvloedige bron van dankzegging aan God.

13
CANISIUS

Door dit bewijs van hulpvaardigheid toch verheerlijken ze God om uw gehoorzaam belijden van Christus’ Evangelie, en om uw milddadige gemeenschapszin jegens hen en jegens

WILLIBRORD

Door dit bewijs van hulpvaardigheid zullen zij God gaan verheerlijken om uw gehoorzame belijdenis van het evangelie van Christus en uw gulle gemeenschap met hen en alle anderen.

14
CANISIUS

En door hun gebed voor u tonen ze u bovendien een vurige aanhankelijkheid, om de buitengewone genade Gods aan u geschonken.

WILLIBRORD

Bovendien zullen zij God voor u bidden, wel genegen als zij u zijn om de overvloedige genade die Hij u bewezen heeft.

15
CANISIUS

God zij dank voor zijn onuitsprekelijke gave!

WILLIBRORD

God zij gedankt voor zijn onuitsprekelijke gave!