1 Tessalonicenzen 5

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

Maar over tijden en stonden, broeders, behoeft u niet te worden geschreven.

WILLIBRORD

Het heeft geen zin, broeders, u te schrijven over tijd en uur.

2
CANISIUS

Want zelf weet gij goed, dat de Dag des Heren komt als een dief in de nacht.

WILLIBRORD

Gij weet zelf heel goed dat de dag des Heren komt als een dief in de nacht.

3
CANISIUS

Wanneer men zegt: "Vrede en veiligheid," dan valt op hen het verderf onverwacht, zoals

WILLIBRORD

Terwijl zij zeggen: “Er heerst vrede en veiligheid,” juist dan overvalt hen plotseling het verderf zoals weeën een zwangere vrouw, en zij zullen niet ontsnappen.

4
CANISIUS

Maar gij broeders, gij verkeert niet in duisternis, zodat de Dag u als een dief zou verrassen.

WILLIBRORD

Maar gij, broeders, gij leeft niet in de duisternis, zodat de dag u als een dief zou verrassen.

5
CANISIUS

Want allen zijt gij zonen van het licht, zonen ook van de dag; van nacht of duisternis zijn we het niet.

WILLIBRORD

Gij zijt allen kinderen van het licht, kinderen van de dag. Wij behoren niet aan nacht en duisternis.

6
CANISIUS

Slapen we dus niet als de anderen, maar laten we waken en nuchter blijven.

WILLIBRORD

Laten wij dan ook niet slapen als de anderen, maar waken en nuchter zijn.

7
CANISIUS

Want wie slapen, slapen ‘s nachts; en die zich bedrinken, bedrinken zich ‘s nachts.

WILLIBRORD

Zij die slapen, slapen des nachts; en die zich bedrinken, bedrinken zich des nachts.

8
CANISIUS

Maar wij moeten nuchter blijven, want we zijn zonen van de dag; toegerust met het pantser van geloof en van liefde, en met de helm, de hoop op de zaligheid.

WILLIBRORD

Laten wij die behoren aan de dag, nuchter zijn, toegerust met het pantser van geloof en liefde en met de helm der heilsverwachting.

9
CANISIUS

Want God heeft ons niet bestemd voor de Toorn, maar tot het verwerven der zaligheid door onzen Heer Jesus Christus,

WILLIBRORD

Want God heeft ons niet bestemd om zijn toorn te ondergaan, maar om het heil te verwerven door onze Heer Jezus Christus,

10
CANISIUS

die voor ons is gestorven, opdat we, wakend of slapend, samen met Hem zouden leven.

WILLIBRORD

die voor ons gestorven is, opdat wij, wakend of reeds ontslapen, met Hem verenigd zouden leven.

11
CANISIUS

Troost dus elkander, sticht ook elkander, zoals gij gewoon zijt te doen.

WILLIBRORD

Blijft daarom elkander bemoedigen en steunen, zoals gij trouwens al doet.

12
CANISIUS

We verzoeken u, broeders, hen te waarderen, die onder u arbeiden, die u vóórgaan, en terechtwijzen in den Heer;

WILLIBRORD

Wij verzoeken u, broeders, hen die onder u arbeiden, die u leiden in de Heer en u terechtwijzen, te waarderen,

13
CANISIUS

acht ze ook meer dan gewone liefde waardig om hun arbeid. Bewaart de vrede onder elkander.

WILLIBRORD

en hen om hun werk meer dan gewone liefde waardig te keuren. Bewaart de onderlinge vrede.

14
CANISIUS

Broeders, we sporen u aan: berispt de leeglopers, bemoedigt de kleinmoedigen, ondersteunt de zwakken, weest jegens allen geduldig.

WILLIBRORD

Wij vermanen u, broeders, wijst de leeglopers terecht, beurt de kleinmoedigen op, ondersteunt de zwakken, hebt geduld met allen.

15
CANISIUS

Past op, dat niemand kwaad met kwaad vergeldt; maar streeft allen het goede na jegens elkander en jegens allen.

WILLIBRORD

Zorgt dat niemand kwaad met kwaad vergeldt. Streeft steeds naar wat goed is voor elkaar en voor alle mensen.

16
CANISIUS

Weest altijd blijde.

WILLIBRORD

Weest altijd blij.

17
CANISIUS

Bidt zonder ophouden;

WILLIBRORD

Bidt zonder ophouden.

18
CANISIUS

brengt dankzegging voor alles; want dit is voor u Gods wil in Christus Jesus.

WILLIBRORD

Dankt God voor alles. Dit is het wat God van u verlangt in Christus Jezus.

19
CANISIUS

Blust den Geest niet uit,

WILLIBRORD

Blust de Geest niet uit,

20
CANISIUS

versmaadt de profetieën niet;

WILLIBRORD

kleineert de profetische gaven niet,

21
CANISIUS

maar onderzoekt alles, en behoudt het goede.

WILLIBRORD

keurt alles, behoudt het goede.

22
CANISIUS

Onthoudt u van kwaad onder iedere vorm.

WILLIBRORD

Houdt u verre van alle soort kwaad.

23
CANISIUS

Dan moge de God van de vrede zelf u heiligen heel en al; uw geest, uw ziel en uw lichaam blijve ongerept bewaard en onberispelijk tot de komst van Jesus Christus onzen Heer.

WILLIBRORD

De God van de vrede, Hij moge u heiligen, geheel en al. Heel uw wezen, geest, ziel en lichaam, moge ongerept bewaard zijn bij de komst van onze Heer Jezus Christus.

24
CANISIUS

Hij die roept, is ook getrouw; Hij zal het ook ten uitvoer brengen.

WILLIBRORD

Die u roept is getrouw: Hij zal zijn woord gestand doen.

25
CANISIUS

Bidt voor ons, broeders.

WILLIBRORD

Broeders, bidt ook voor ons.

26
CANISIUS

Groet al de broeders met een heilige kus.

WILLIBRORD

Groet al de broeders met een heilige kus.

27
CANISIUS

Ik bezweer u bij den Heer, de brief aan al de broeders voor te lezen.

WILLIBRORD

Ik bezweer u bij de Heer, dat gij deze brief aan al de broeders laat voorlezen.

28
CANISIUS

De genade van onzen Heer Jesus Christus zij met u!

WILLIBRORD

De genade van onze Heer Jezus Christus zij met u.