1 Samuel 7
Alle 2 beschikbare vertalingen
Aan zijn eigen paleis bouwde Salomon dertien jaar, eer het helemaal gereed was.
Toen kwamen de mannen van Kirjat-jearim; zij haalden de ark en plaatsten haar in het huis van Abinadab, op de heuvel. Zijn zoon Elazar stelden ze aan om zorg te dragen voor de ark van Jahwe.
Vooreerst bouwde hij het huis Libanonwoud. Dit was honderd el lang, vijftig el breed en dertig el hoog; het rustte op vier rijen zuilen van cederhout, met cederhouten schraagbalken.
Sinds de ark in Kirjat-jearim een standplaats had gekregen, was er geruime tijd verlopen, wel twintig jaar. Toen heel het huis van Israël klagend om Jahwe riep,
De bovenbouw, die op de zuilen stond, werd met een cederhouten dak bedekt. Er waren in het geheel vijf en veertig vertrekken, vijftien op elke verdieping.
sprak Samuël: `Als u met heel uw hart tot Jahwe terugkeert, als u de vreemde goden en de Astarten wegdoet, als u op Jahwe uw hart richt en Hem alleen dient, dan zal Hij u bevrijden uit de macht van de Filistijnen.'
De vensters lagen in drie rijen recht boven elkaar;
De Israëlieten deden daarop de Ba„ls en Astarten weg en dienden uitsluitend Jahwe.
alle ingangen hadden rechthoekige posten, en lagen op de drie verdiepingen eveneens recht boven elkaar.
Toen zei Samuël: `Laat heel Israël te Mispa bijeenkomen; dan zal ik voor u bidden tot Jahwe.'
Verder bouwde hij een zuilenhal; zij was vijftig el lang en vijftig el breed, evenals de hal, die er tegenover lag. Aan de gevel bevond zich een voorportaal.
Zij kwamen te Mispa bijeen, putten water, goten het uit voor Jahwe en hielden een vastendag; ze zeiden: `Wij hebben tegen Jahwe gezondigd.' Zo trad Samuël te Mispa als rechter over Israël op.
Daarbij bouwde hij de troonhal, waar hij recht sprak, de gerechtshal; deze bekleedde hij met cederhout, van de vloer tot de zolderbalken.
De stadsvorsten van de Filistijnen hoorden dat de Israëlieten te Mispa bijeen gekomen waren en trokken tegen hen op. Toen de Israëlieten dit vernamen, werden ze bang voor de Filistijnen
Het paleis waar hij zelf woonde, had een eigen voorhof, en lag nog achter de gerechtshal; het was in dezelfde stijl opgetrokken. Ook het paleis van de dochter van Farao, met wie Salomon gehuwd was, had dezelfde stijl als de gerechtshal.
en zeiden tot Samuël: `Laat ons niet in de steek en roep tot Jahwe onze God: dan zal Hij ons uit de macht van de Filistijnen verlossen.'
Al deze gebouwen waren, van de grondslagen tot de kroonlijst, opgetrokken met gave, op maat gehouwen stenen, die zowel aan de binnen- als aan de buitenkant gelijk waren gezaagd. Van de buitenmuren van die gebouwengroep tot de grote ringmuur van de voorhof
Samuël nam toen een zooglammetje en offerde het in zijn geheel als brandoffer aan Jahwe. Samuël riep tot Jahwe ten gunste van Israël. En Jahwe verhoorde hem.
lag een geplaveide plaats van grote gave stenen: sommige daarvan waren tien el, andere acht el.
Terwijl Samuël het brandoffer opdroeg, naderden de Filistijnen om de Israëlieten aan te vallen. Maar Jahwe liet die dag met machtig geluid de donder rollen over de Filistijnen en Hij bracht hen in paniek, zodat zij tegen de Israëlieten de nederlaag leden.
Hierop verhieven zich de gebouwen van op maat gehouwen gave steen en cederhout.
De Israëlieten gingen uit Mispa de Filistijnen achterna en dreven hen onder zware verliezen tot beneden Bet-kar terug.
De grote ringmuur om de voorhof was gebouwd uit drie lagen gehouwen stenen en een laag balken van cederhout, juist als de ringmuur van de binnenste voorhof van Jahweh’s
Toen richtte Samuël tussen Mispa en Sen een steen op, gaf die de naam Eben-haëzer en verklaarde: `De hulp van Jahwe heeft ons tot hier gebracht.'
Nu ontbood koning Salomon een zekeren Choeram uit Tyrus.
De macht van de Filistijnen was gebroken; zij vielen het grondgebied van Israël niet meer aan. En zolang Samuël leefde, bleef de hand van Jahwe op de Filistijnen drukken.
Hij was de zoon van een weduwe uit Neftali; zijn vader was een bronsbewerker uit Tyrus. Hij was een onderlegd en kundig vakman, en zeer bekwaam in het maken van allerlei bronswerk. Hij kwam bij koning Salomon en voerde al de opdrachten uit, die deze hem gaf.
Van Ekron tot Gat kwamen alle steden die de Filistijnen aan Israël ontnomen hadden, aan Israël terug, en de Israëlieten bevrijdden het gebied van die steden uit de macht van de Filistijnen. Er was ook vrede tussen de Israëlieten en de Amorieten.
Hij goot de twee bronzen zuilen bij de voorhal van de tempel. Eén zuil was achttien el hoog, en had een omvang van twaalf el; er waren gleuven in van vier vingers diepte. De andere zuil was juist zo.
Samuël bleef rechter over Israël zolang hij leefde.
Ook maakte hij twee kapitelen, om boven op die zuilen te zetten; ze waren beide uit brons gegoten en vijf el hoog.
Elk jaar maakte hij een rondreis langs Betel, Gilgal en Mispa en trad in al deze plaatsen op als rechter over Israël.
Verder maakte hij twee vlechtwerken van gedraaide snoeren, om er de kapitelen op de beide zuilen mee te bedekken; één voor elk kapiteel.
Dan keerde hij terug naar Rama, waar zijn huis stond en waar hij optrad als rechter over Israël. Hij bouwde er een altaar voor Jahwe.
Bovendien maakte hij twee rijen bronzen granaatappels rond dat vlechtwerk.
Niet beschikbaar in deze vertaling
De kapitelen boven de beide zuilen droegen een vier el hoge lotuskelk als bekroning;
Niet beschikbaar in deze vertaling
deze bevond zich boven het netwerk om de kapitelen, dat tot aan de schacht van de zuilen reikte. Als aan een snoer geregen hingen er zo twee honderd granaatappels om elk der beide kapitelen.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Deze zuilen richtte hij bij de voorhal van het Heilige op; de rechtse zuil noemde hij Jakin, en de linkse Bóaz.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Zo werd het werk aan de zuilen voltooid.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Ook maakte hij de gegoten zee. Haar kom was tien el breed, van rand tot rand gemeten. Ze was helemaal rond en vijf el diep; men kon haar slechts met een koord van dertig el omspannen.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Onder de rand waren, over de gehele omtrek van dertig el, twee rijen ontloken bloemen aangebracht, die in de gietvorm zelf gegoten waren.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Zij werd gedragen door twaalf ossen, waarvan er drie naar het noorden, drie naar het westen, drie naar het zuiden en drie naar het oosten keken, terwijl hun achterdelen naar de binnenkant waren gekeerd.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Haar wand was een handbreed dik; haar rand was als die van een beker, en had de vorm van een lotuskelk. Ze had een inhoud van tweeduizend bat.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Verder maakte hij tien bronzen wagentjes. Deze waren vier el in het vierkant en drie el hoog.
Niet beschikbaar in deze vertaling
De samenstelling er van was als volgt: Zij bestonden uit een omlijsting, waartussen panelen waren bevestigd;
Niet beschikbaar in deze vertaling
op die panelen, dus tussen de omlijsting, waren leeuwen, cherubs en palmen aangebracht; en op de omlijsting, dus boven en onder de leeuwen, cherubs en palmen, hingen bloemslingers.
Niet beschikbaar in deze vertaling
(a) Verder had iedere wagen vier bronzen wielen met bronzen assen; (b) Iedere wagen
Niet beschikbaar in deze vertaling
hij stond op een lijst, die niet rond maar vierkant was.
Niet beschikbaar in deze vertaling
de vier wielen bevonden zich onder de omlijsting, en zaten met grijpers aan de wagentjes vast; ze waren anderhalve el hoog,
Niet beschikbaar in deze vertaling
en juist als gewone wagenwielen gemaakt; de grijpers zowel als de velgen, spaken en naven waren gegoten.
Niet beschikbaar in deze vertaling
de vier steunstangen waren onder aan de wagen aan de vier. hoeken bevestigd en maakten er een geheel mee uit.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Boven op de wagentjes bevond zich een ronde band van een halve el hoogte, die aan de rand was bewerkt. (b) Deze lijst was vastgemaakt op de omlijsting van de wagentjes,
Niet beschikbaar in deze vertaling
Deze band was verdeeld in vakken, waarin cherubs, leeuwen en palmen waren uitgesneden; hij was in het rond met bloemslingers versierd;
Niet beschikbaar in deze vertaling
Zo maakte hij de tien wagentjes; ze waren allen op dezelfde wijze gegoten, en hadden dus dezelfde maat en dezelfde vorm.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Ook maakte hij tien bronzen bekkens, voor elke wagen één. Zij hadden een middellijn van vier el, en konden veertig bat bevatten.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Vijf van de wagentjes plaatste hij aan de zuidzijde van de tempel en vijf aan de noordzijde. Maar de zee zette hij rechts van de tempel in het zuidoosten.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Nadat Choeram ook nog potten, schoppen en offerschalen gemaakt had, was al het werk voltooid, dat hij in opdracht van koning Salomon voor de tempel van Jahweh had moeten vervaardigen.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Het bestond uit: Twee zuilen met bolvormige kapitelen, twee vlechtwerken rondom de bolvormige kapitelen der zuilen;
Niet beschikbaar in deze vertaling
vier honderd granaatappels voor de twee vlechtwerken, die in dubbele rijen om de vlechtwerken hingen, welke de beide bolvormige kapitelen op de zuilen bedekten.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Verder tien wagentjes met bekkens er op,
Niet beschikbaar in deze vertaling
en één zee, door twaalf runderen gedragen.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Tenslotte de potten, schoppen en offerschalen. Al deze voorwerpen, die Choeram in opdracht van koning Salomon voor de tempel van Jahweh had vervaardigd, waren van zuiver brons.
Niet beschikbaar in deze vertaling
In de Jordaanvlakte, tussen Soekkot en Saretan, had de koning alles in lemen vormen laten gieten;
Niet beschikbaar in deze vertaling
het gewicht van het brons was wegens de overgrote massa niet vast te stellen.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Bovendien liet Salomon al de verdere benodigdheden voor de tempel van Jahweh vervaardigen: het gouden altaar met de gouden tafel voor de toonbroden;
Niet beschikbaar in deze vertaling
de luchters van zuiver goud met de gouden lampenhouders, lampen en snuiters; vijf rechts en vijf links van het Allerheiligste.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Verder de schotels, messen, offerschalen, pannen en bekkens, allen van zuiver goud. En ten slotte het gouden beslag aan de deuren van het binnenste tempelvertrek, namelijk het Allerheiligste, en aan de deuren van het Heilige.
Niet beschikbaar in deze vertaling
Toen heel het werk, dat koning Salomon voor de tempel van Jahweh had laten verrichten, gereed was, bracht hij de wijgeschenken van zijn vader David, het goud, het zilver en de vaten naar de schatkamer van de tempel van Jahweh.
Niet beschikbaar in deze vertaling