1 Samuel 10

Alle 2 beschikbare vertalingen

1
CANISIUS

De koningin van Sjeba, die veel van Salomon gehoord had, kwam om hem met raadsels op de proef te stellen.

WILLIBRORD

Toen nam Samuël een kruikje olie en goot dat uit over het hoofd van Saul. Hij kuste hem en zei: `U heeft Jahwe gezalfd tot vorst over zijn eigen volk. U zult heersen over het volk van Jahwe; u moet het verlossen uit de handen van zijn vijanden rondom. En dit is het teken, dat Jahwe u tot vorst over zijn erfdeel gezalfd heeft:

2
CANISIUS

Vergezeld van een zeer groot gevolg, trok ze met een tros kamelen, die met reukwerken, edelstenen en heel veel goud beladen waren, naar Jerusalem. Bij Salomon aangekomen, vroeg ze hem alles, wat haar in de gedachte kwam.

WILLIBRORD

als u zo aanstonds van mij bent weggegaan, zult u dicht bij het graf van Rachel, in het gebied van Benjamin, te Selsach, twee mannen ontmoeten. Zij zullen u zeggen: De ezelinnen die u bent gaan zoeken zijn terecht. Uw vader heeft nu geen zorg meer over de ezelinnen, maar over u, en hij vraagt zich af, wat hij voor zijn zoon moet doen.

3
CANISIUS

Maar Salomon verklaarde haar de zin van al haar woorden; niets bleef voor den koning verborgen, zodat hij het haar niet verklaren kon.

WILLIBRORD

Als u daarna verder trekt en bij de eik van Tabor komt, zult u er drie mannen ontmoeten die opgaan naar God te Betel; de een heeft drie bokjes bij zich, de andere drie ronde broden en de derde een zak wijn.

4
CANISIUS

Toen nu de koningin van Sjeba bemerkte, hoe wijs Salomon was, en zij het paleis zag, dat hij gebouwd had,

WILLIBRORD

Zij zullen u groeten en u twee broden aanbieden, die u van hen moet aannemen.

5
CANISIUS

de spijzen van zijn tafel, de aanzittende hovelingen, de rijen bedienden in hun kledij en de schenkers, verder nog de slachtoffers, die hij opdroeg in de tempel van Jahweh, raakte ze buiten zichzelf,

WILLIBRORD

Daarna komt u in Gibea van God waar de Filistijnen een post hebben. Zodra u de stad ingaat, ziet u een groep profeten van de offerhoogte komen, in vervoering, met harpen, tamboerijnen, fluiten en citers voorop.

6
CANISIUS

en sprak tot den koning: Het is dus waar geweest, wat ik in mijn land over uw bezit en uw wijsheid gehoord heb.

WILLIBRORD

Dan zal de geest van Jahwe u aangrijpen: ook u zult in vervoering geraken en een ander mens worden.

7
CANISIUS

Ik geloofde het niet, voordat ik het met eigen ogen zag. Maar waarlijk, nog niet de helft heeft men mij verteld; want gij bezit meer wijsheid en rijkdom dan ik gehoord heb.

WILLIBRORD

Als deze tekenen geschieden, doe dan verder wat voor de hand ligt, want God is met u.

8
CANISIUS

Gelukkig uw vrouwen, gelukkig uw dienaren hier, die altijd voor u mogen staan, om uw wijsheid te horen.

WILLIBRORD

U moet mij voorgaan naar Gilgal; ik kom daar bij u om brand - en slachtoffers op te dragen. Zeven dagen moet u wachten: dan kom ik bij u en laat ik u weten wat u moet doen.'

9
CANISIUS

Gezegend zij Jahweh, uw God, die u zo heeft liefgehad, dat Hij u op Israëls troon heeft geplaatst, en u in zijn onvergankelijke liefde voor Israël tot koning heeft aangesteld, om volgens recht en billijkheid te regeren.

WILLIBRORD

En inderdaad, nadat Saul zich had omgekeerd en van Samuël was heengegaan, gaf God hem een ander hart; al die tekenen geschiedden nog diezelfde dag.

10
CANISIUS

Toen gaf zij den koning honderd twintig talenten goud, edelstenen en ontzaglijk veel reukwerk. Nooit meer is er zoveel reukwerk aangevoerd, als de koningin van Sjeba toen aan Salomon heeft geschonken.

WILLIBRORD

Toen zij in Gibea kwamen, kwam hem een groep profeten tegemoet. De geest van God greep Saul aan; hij raakte in vervoering en voegde zich bij hen.

11
CANISIUS

Bovendien bracht de vloot van Chirom, die goud uit Ofir haalde, edelstenen en heel veel sandelhout uit Ofir mee.

WILLIBRORD

En allen die hem sinds jaar en dag kenden, zagen hem daar met de profeten in vervoering. En de mensen zeiden tot elkaar: `Wat is er met de zoon van Kis gebeurd? Is Saul ook al bij de profeten?'

12
CANISIUS

Van dit sandelhout maakte de koning bijzondere meubels voor de tempel van Jahweh en zijn eigen paleis, en verder nog citers en harpen voor de zangers. Tot op heden is er nooit meer zoveel sandelhout aangevoerd of bij elkaar gezien.

WILLIBRORD

Iemand antwoordde: `Wie is hun vader?' Zo is het spotwoord ontstaan: Is Saul ook al bij de profeten?

13
CANISIUS

Van zijn kant gaf koning Salomon aan de koningin van Sjeba al wat ze maar wenste en vroeg, behalve wat hij haar met koninklijke mildheid uit eigen beweging schonk. Hierop aanvaardde zij de terugreis, en ging met haar dienaren naar haar land.

WILLIBRORD

Toen zijn vervoering voorbij was, begaf Saul zich naar de offerhoogte.

14
CANISIUS

Het gewicht van het goud, dat jaarlijks bij Salomon binnenkwam, bedroeg zes honderd zes en zestig talenten.

WILLIBRORD

En de oom van Saul zei tot hem en zijn knecht: `Waar zijn jullie geweest?' Hij antwoordde: `Wij waren op zoek naar de ezelinnen, en toen wij ze nergens konden vinden, zijn we naar Samuël gegaan.'

15
CANISIUS

Hierbij kwamen de inkomsten van de kooplieden en kramers en van alle koningen tot aan de Eufraat, en van de stadhouders van het land.

WILLIBRORD

Daarop zei de oom van Saul: `Vertel me eens: Wat heeft Samuël je gezegd?'

16
CANISIUS

Daarenboven vervaardigde koning Salomon twee honderd beukelaars van geslagen goud; zes honderd sikkels goud waren voor iedere beukelaar nodig.

WILLIBRORD

Saul antwoordde: `Hij heeft ons verteld dat de ezelinnen terecht waren.' Dat Samuël over het koningschap gesproken had vertelde hij hem niet.

17
CANISIUS

Verder drie honderd schilden eveneens van geslagen goud; drie mana goud waren er nodig voor elk schild. De koning hing ze op in het huis Libanonwoud.

WILLIBRORD

Daarna riep Samuël het volk op naar Jahwe in Mispa

18
CANISIUS

Ook maakte de koning een grote ivoren troon, die hij met fijn goud bekleedde.

WILLIBRORD

en hij zei tot de Israëlieten: `Zo spreekt Jahwe, de God van Israël: Ik ben het die de Israëlieten heb weggevoerd uit Egypte en die u bevrijd heb uit de macht van Egypte en uit de macht van alle koninkrijken die u verdrukten.

19
CANISIUS

Deze troon had zes treden. De rugleuning was van boven rond, en aan beide kanten van de zitting waren armleuningen aangebracht. Daarnaast stonden twee leeuwen.

WILLIBRORD

Maar nu verwerpt gij uw God. Degene die u uit al uw rampen en noden verlost heeft; nu zegt gij: Neen, stel een koning over ons aan! Welnu, stel u op voor het aanschijn van Jahwe, volgens stam en geslacht.'

20
CANISIUS

Op de zes trappen stonden twaalf leeuwen, aan weerskanten één op iedere trap. Voor geen enkel koninkrijk werd ooit zo iets gemaakt.

WILLIBRORD

Samuël liet vervolgens alle stammen van Israël aantreden, en de stam Benjamin werd aangewezen.

21
CANISIUS

Al de drinkschalen van koning Salomon waren van goud; zelfs het gerief van het huis Libanonwoud was van zuiver goud. Zilver was er niet; dat was in Salomons tijd niet in tel.

WILLIBRORD

Toen liet hij de geslachten van de stam Benjamin aantreden, en het geslacht Matri werd aangewezen. Tenslotte werd Saul, de zoon van Kis, aangewezen. Maar toen men hem zocht, was hij niet te vinden.

22
CANISIUS

Want de koning had een Tarsjisjvloot op zee, met schepen van Chirom; en eens in de drie jaar kwam die Tarsjisjvloot binnen met een lading goud, behalve het zilver en ivoor, de apen en pauwen.

WILLIBRORD

Daarop stelde men Jahwe nogmaals een vraag: `Is hij hier wel gekomen?' En Jahwe antwoordde: `Ja, maar hij houdt zich schuil tussen de bagage.'

23
CANISIUS

Zo stak koning Salomon in rijkdom en wijsheid boven alle koningen der aarde uit,

WILLIBRORD

Zij renden erheen en haalden hem te voorschijn. Toen hij tussen het volk stond, stak hij er met kop en schouders bovenuit.

24
CANISIUS

en iedereen verlangde koning Salomon te zien, om de wijsheid te horen, die God in zijn hart had gestort.

WILLIBRORD

Daarop zei Samuël tot het volk: `Het zal u wel duidelijk zijn, wie Jahwe uitverkoren heeft. Onder het hele volk is er geen tweede zoals hij.' En heel het volk juichte en riep: `Leve de koning!'

25
CANISIUS

Een ieder bracht dan geschenken mee: zilveren en gouden voorwerpen, gewaden, wapens, reukwerk, paarden en muildieren. En dit geschiedde jaar in jaar uit.

WILLIBRORD

Daarna kondigde Samuël ten overstaan van het volk het koninklijke recht af; hij tekende dit in een oorkonde op en legde die voor het aanschijn van Jahwe neer. Toen liet Samuël het volk vertrekken en ieder ging naar huis.

26
CANISIUS

Ook schafte Salomon strijdwagens aan, en zorgde hij voor een ruiterij. Hij had veertien honderd strijdwagens en twaalf duizend ruiters, die hij onderbracht in de wagensteden en de koninklijke gebouwen te Jerusalem.

WILLIBRORD

Ook Saul ging huiswaarts, naar Gibea, en met hem gingen de dapperen die God daartoe aandreef.

27
CANISIUS

Door het beleid van den koning werd het zilver te Jerusalem zo overvloedig als stenen, en het cederhout zo overvloedig als de moerbei op de kustvlakte.

WILLIBRORD

Maar er was ook gespuis dat zei: `Zou die ons bevrijden?' Zo toonden zij hun minachting voor hem en ze brachten hem ook geen geschenk. Maar hij deed alsof hij het niet merkte.

28
CANISIUS

De paarden van Salomon werden uit Moesri en Kóa betrokken; de kooplieden van den koning gingen ze in Kóa kopen.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling

29
CANISIUS

Ook de strijdwagens werden in Moesri gekocht en kostten zes honderd zilveren sikkels; voor een paard werden er honderdvijftig betaald. Voor deze prijs werden ze door hen ook aan al de koningen der Chittieten en de koningen van Aram geleverd.

WILLIBRORD

Niet beschikbaar in deze vertaling